De Merovingers (450 -750 n.Chr)
Officieel tot 18 september a.s. maar vermoedelijk is nog tot half oktober 2016 in het Archeologiemuseum van Stein de expositie te zien 'Stein en Obbicht in Merovingisch Limburg'. Van de Merovingische cultuur, die in deze omgeving aanwezig was, zijn in het Archeologiemuseum de vondsten van twee grote grafvelden ondergebracht: Grote Bongerd te Stein en Oude Molen te Obbicht.
Vlakbij kasteel Stein zijn op de Grote Bongerd zo'n 75 graven uit een Merovingisch grafveld onderzocht. De mensen werden in deze periode meestal niet meer gecremeerd maar begraven. Ze kregen mooie sieraden, strijdbijlen en zwaarden mee, maar ook potten met eten en drinken voor het leven na de dood.
Het restauratie-atelier Jo Kempkens heeft de bijna verloren gegane voorwerpen geconserveerd en nagenoeg herschapen in hun oorspronkelijke staat. Het resultaat kan worden bewonderd in de vitrines en is voor Europa een unieke schat aan Merovingische vondsten. Een belangrijk deel van deze vondsten worden nog enkele weken getoond in het Archeologiemuseum aan de Hoppenkampstraat 14a te Stein.
De Merovingische periode (ca. 450- 750 AD)
De Merovingische periode is de periode van ongeveer 450 tot 750 AD, vernoemd naar Merovech (447-458), een mythische koning van de Salische Franken. Van zijn zoon Childeric I (c. 436-481/82) is meer bekend: zijn rijke en beroemde graf werd al in 1653 opgegraven in het huidige Doornik (België). Een van de vondsten was de zegelring met de naam van Childeric erop (zie internet). Onder de heerschappij van zijn zoon Clovis (c. 466-511) werd het Merovingische Rijk groot. Het besloeg toen grote delen van Europa en in Nederland vooral de zuidelijke delen. In 751 wordt Pepijn 111 koning en wordt de laatste Merovingische koning afgezet. Het grote Karolingische Rijk begint dan vorm te krijgen.
De archeologie van de Merovingische periode
De meest tot de verbeelding sprekende overblijfselen uit de Merovingische periode zijn de vele grafvelden. Deze worden voornamelijk gekenmerkt door inumatiegraven (lijkbegravingen), alhoewel crematiegraven ook bekend zijn. De doden werden mooi gekleed begraven. Van de kleding is niet veel meer over, maar de metalen gordelonderdelen en sieraden zijn wel bewaard gebleven. Ook is in de graven een veelheid aan objecten meegegeven zoals aardewerken, glazen en bronzen vaatwerk. De mannen werden bovendien vaak met een arsenaal aan vecht of jachtwapens begraven. Ook werden gebruiksvoorwerpen zoals messen, pincetten en spinklosjes meegegeven, soms in een tasje die aan de gordel was bevestigd. Voorbeelden van deze objecten uit Stein en Obbicht zijn in de tentoonstelling te bezichtigen.
Lees hier het hele artikel (PDF) >>
Hieronder een Merovingische gesp zoals die in ons museum te zien is (klik op afbeelding voor vergroting)