Hulp bij toegankelijkheid

Skip to main content

Monumentenweekend 2008

Open Monumentenweekend Kasteeelruïne Stein op 13 en 14 sept. 2008 Op Open Monumentendagen zal dit jaar alles draaien om Sporen. Sporen is een breed thema waarvan in de gemeente Stein veel aanknopingspunten te vinden zijn. Sporen zijn buiten, in het landschap te vinden, maar ook in de woonkernen, straatnamen en in monumenten zelf. Alle bebouwing is een spoor ergens van, van een menselijk ingrijpen, van een herinnering aan wat ooit was. In dit artikel wordt bijzondere aandacht besteed aan de Kasteelruïne van Stein, maar niet onvermeld moet blijven dat op de Open Monumentendagen veel monumenten in de Gemeente Stein gratis open staan voor publiek. De Kasteelruïne in Stein is een voormalige behuizing uit het feodale stelsel van voor de Franse revolutie, die veel sporen in Stein heeft nagelaten. Niet alleen de kasteelruïne is een belangrijk monument, maar ook op de ruïne, zijn tal van sporen te vinden uit een tijdperk die ver achter ons ligt. Een belangrijk onderdeel in deze vormt de verzameling het STEENGOED dat op de ruïne, op een zeer overzichtelijke wijze, tentoongesteld is. De Archeologiestichting Dokter Beckers – Pater Munsters in Stein heeft van het STEENGOED dat in en rond de ruïne is aangetroffen een thema gemaakt. Reeds vanaf het Museumweekend worden deze voorwerpen zowel op de ruïne als in het archeologisch museum tentoongesteld onder de naam “Steen-goed-steengoed”. Onder steengoed wordt met name verstaan het middeleeuwse aardewerk, dat vanaf de elfde eeuw erg populair was. Op de ruïne zijn prachtige voorbeelden te zien die door de aanwezige gidsen niet aan Uw aandacht zullen ontsnappen. Een kruik die, in grote scherven, op de ruïne bewaard is gebleven, maar desondanks een pronkstuk is, dateert uit 1595. Deze zogenaamde baardmankruik herinnert aan het huwelijk van Maximiliaan van Bronckhorst – Batenburg met Agnes van Ketteler uit het graafschap Frechen in de omgeving van Keulen. Op de kruik staan de wapens van het echtpaar. Deze kruik is waarschijnlijk gemaakt rond het huwelijk van het paar hetgeen in die tijd gebruikelijk was. Tal van andere sporen zijn nog op de ruïne te vinden zoals de grote zware stenen kogels die tijdens een belegering in de vijftiende eeuw met behulp van een Lepelblijde (soort slingerwerktuig) op het kasteel werden”afgevuurd”. Deze kogels wegen ongeveer 125 kg. Later worden kleine stenen kogels gebruikt ter grootte van een tennisbal en uit recentere periode uit ijzer gemaakte exemplaren die allemaal op de ruïne zijn te zien. Ook de aangerichte schade heeft haar sporen nagelaten. Interessant is ook het testament van Herman II, daterend van 31 januari 1556, dat zich op de ruïne bevindt. Dit testament heeft voor zijn afstammelingen tot blijvende familietwisten geleid die pas in 1740 werden beslecht door een keizerlijke commissie van het Rijkskamergerecht van Wetzlar. Dit leidde tot de komst van de Kinsky’s. Uit deze periode stamt het verhaal van “De Vadermoorder” geschreven door Ecrevisse, bij velen bekend door de talloze toneeluitvoeringen. Een in het oogspringend overblijfsel is de aanwezige grafzerk van de eerste heer van Bronckhorst van Batenburg, die in 1465 de Rijksheerlijkheid Stein kocht van Maria van Heinsberg getrouwd met Johan IV graaf van Nassau Dillenburg, waar onze huidige kroonprins, via de Friese Stadhouders, een rechtstreekse afstammeling van is. De burcht dateert uit de jaren twintig van de 13e eeuw. Zoals nog steeds duidelijk herkenbaar bestaat de burcht uit twee gedeelten, het Bovenste en Benedenste Slot die door een brede gracht gescheiden waren. Het lager gelegen Benedenste Slot bestaat thans uit moderne appartementen. In de middeleeuwen woonde het dienstpersoneel en krijgsvolk in deze zogeheten voorburcht. Het bovenste slot, met de Donjon, bereikte men via een ophaalbrug. Het tegengewicht van deze ophaalbrug bevond zich in de vierkante toren waar de sporen van de ophaalkettingen en de geleidergaten nog duidelijk zichtbaar zijn. Met een muurdikte van 3 m diende de Donjon, in noodgevallen, vaak als laatste vluchtplaats. De inwendige wenteltrap in deze toren is nog in originele staat. Het is zeer de moeite waard deze toren te beklimmen, om van het mooie uitzicht over Maas en Kanaal te genieten. Het voert te ver, op deze plaats, in te gaan op alle sporen die de geschiedenis heeft nagelaten, maar door de aanwezige gidsen zal men tijdens een rondleiding uitvoerig worden geïnformeerd.

Artikel