Geschiedenis van Stein in kort bestek
Vroegste geschiedenis
De vroegste bewoning van deze streek stamt van rond 5300 voor Chr. In de loop van de tijd zijn veel overblijfselen opgegraven van deze Bandkeramiek-periode.
De Bandkeramiek bestond uit een agrarisch volk dat de kunst van het pottenbakken reeds verstond. De Bandkeramische cultuur is zonder aanwijsbare oorzaak rond 4900 v.Chr. weer verdwenen uit deze streken.
Bij de komst van de Romeinen zo'n 2000 jaar geleden woonden de Eburonen in deze streken. De maasvaart is in deze tijd ontstaan. Dit kwam door de gunstige ligging ten opzichte van Duitsland en Frankrijk en door de aanwezigheid van de Maas natuurlijk. Deze ontwikkeling was zeer belangrijk voor de latere economische ontwikkeling van met name Elsloo en Urmond. De Romeinen zijn tot ongeveer 450 na Chr. gebleven. Ze werden verdreven door de Franken die over de Rijn kwamen en heel West-Europa bezetten.
Op de afbeelding: een overzicht van Keltische stammen in de Romeinse Tijd.
Tegen het eind van de negende eeuw, kwamen de Noormannen naar onze streken. Hun komst ging gepaard met moord en doodslag. Vanuit een kamp nabij Elsloo werden vele strooptochten ondernomen naar andere steden. Het kamp werd uiteindelijk belegerd door de koning van Oost-Franciën (Karel de Dikke), waarna de Noormannen zich terugtrokken en in ruil hun strooptochten naar Friesland verlegden.
Het grondgebied van de huidige gemeente Stein lag in een grensgebied. Dit heeft ertoe geleid dat Elsloo, Stein en Urmond vanaf de twaalfde eeuw een eigen ontwikkeling doormaakten.
Elsloo
Elsloo was een Vrije Rijksheerlijkheid onder onmiddellijkheid van het Heilige Roomse Rijk. Dit betekent dat de ‘heren‘ het grondgebied zelf bestuurden en alleen verantwoording schuldig waren aan de keizer. Over de vraag onder welke jurisdictie Elsloo viel is tot het eind van de achttiende eeuw gediscussieerd en gevochten. Het feitelijke gezag was in handen van de heren van Elsloo. De achttiende eeuw werd gekenmerkt door oorlogen, grote armoede en epidemieën. Het Ancien Régime liep op het einde. De sociale omstandigheden waren een van de oorzaken voor het ontstaan van roversbendes. Een van deze bendes waren de Bokkenrijders. Na het afgeven van het land aan keizer Frans Jozef II van Oostenrijk, breekt een relatief rustige tijd aan.
Stein
Stein is ontstaan doordat twee broers Elsloo moesten delen. Een van de broers ging zich toen ‘van Steyn’ noemen. Stein behoorde tot aan de Franse Revolutie ook tot de Vrije Rijksheerlijkheid. De heerlijkheid werd omringd door een landweer, de zogenaamde wallen, die eeuwenlang als bescherming dienden tegen vijandige troepen. De landweer dateert waarschijnlijk uit de dertiende, veertiende eeuw en was ooit aan drie kanten omsloten met grachten en dicht begroeide wallen. Alleen aan de Maaszijde vormde de rivier een natuurlijke barrière.
Voor de komst van de Fransen was het in Stein erg onrustig. Door het afschaffen van de oude rechten en de in beslagname van de bezittingen van de kerk en de adel, keerde de rust weder in Stein. In economisch opzicht was de negentiende eeuw erg slecht voor Stein. De bevolking ging voor seizoenarbeid massaal naar Duitsland. Daar was voldoende werk in de landbouw en de baksteenindustrie. De arbeiders die in deze baksteenindustrie werkten worden ‘Brikkebekkers’ genoemd. Ter nagedachtenis aan deze arbeiders staat bij het gemeentehuis een beeld van een ‘Brikkebekker’.
Urmond
De plaatsnaam Urmond komt in oorkonden uit de twaalfde eeuw voor als Overmunthe. Munthe was de naam voor een versterkte heuvel of vluchtheuvel. De naam Urmond heeft in ieder geval niks te maken met de monding van de Ur. In de twaalfde eeuw lag deze monding namelijk veel westelijker. Vroeger maakt Urmond deel uit van de bezittingen van de aartsbisschop van Keulen. Ten gevolge van een aantal oorlogen is het land verloren gegaan. In 1153 kwam het weer in handen van de aartsbisschop. Samen met een aantal omringende dorpen maakte Urmond deel uit van het ambt Born. Dit gebied ging over van het Gelderse in het Gulikse en kwam daarna in Franse handen.
Vanaf de dertiende eeuw ontwikkelde Urmond zich als handelsplaats. Dit kwam door de scheepvaart. De talrijke oorlogen in deze streek hebben voor een belangrijk deel de Maasvaart en -handel beïnvloedt. Met name de Tachtigjarige Oorlog was een moeilijke tijd voor de schippers. In de loop van de tijd hebben niet alleen oorlogen, maar ook overstromingen en lage waterstanden gezorgd voor stillegging van de maasvaart. Dit resulteerde uiteindelijk in de aanleg van het Julianakanaal en de Zuid-Willemsvaart. Samen met de spoorlijn vanuit Maastricht, waren dit de redenen voor het opdoeken van de Urmondse haven.